Synoniemen: behandelaar
De eerste dagen met de overkappingsprothese
Nabloeden
De eerste uren na het trekken van uw laatste gebitselementen kunnen de wonden nog een beetje nabloeden. Dat kan uw speeksel rood kleuren. Dit zal vrij snel ophouden. Dan neemt het speeksel ook weer de normale kleur aan. Dat betekent niet dat de wonden helemaal zijn genezen. De eerste 24 uur kunt u ook beter niet spoelen. Er vormen zich namelijk bloedstolsels in de wonden van de getrokken tanden. Als u spoelt, laten die stolsels los en begint het bloeden opnieuw. Drinken mag wel.
Er is een kleine kans dat het bloeden niet overgaat, ondanks de genomen voorzorgsmaatregelen. Waarschuw dan uw tandarts. Neem ook contact op als u pijn houdt. Neem niet zomaar een pijnstiller. Sommige pijnstillers kunnen het bloeden juist verergeren. Spreek goed met uw tandarts af wat u de eerste 24 uur wel of niet moet doen.
Uiterlijk
Als u in de spiegel kijkt, moet u waarschijnlijk erg wennen. Uw mond is nu eenmaal een belangrijke blikvanger en die is veranderd. Neem een paar dagen de tijd om te wennen en beoordeel dan pas hoe u er met uw nieuwe kunstgebit uitziet.
Pijn
De eerste dagen zal uw kunstgebit nog niet echt lekker zitten. Het kan klemmen en pijn veroorzaken. Toch mag u het beslist niet uit uw mond halen, want het zit als een verband op de wonden. Vooral kauwen kan in het begin pijn veroorzaken. Eet alleen zachte dingen, zoals puree, gehakt en zacht fruit.
Wat kan ik doen om minder angstig te zijn bij de tandarts?
Wat je zelf kunt doen om minder angstig te zijn
- Zoek een tandarts die goed met bange patiënten kan omgaan: misschien kent iemand in je omgeving een dergelijke tandarts, of anders je huisarts of verzekeraar.
- Vertel je tandarts dat je angstig bent en wanneer dat is begonnen. De tandarts is bekend met dergelijke problemen en kan veel doen om je wat minder angstig te laten zijn.
- Als het niet klikt tussen jou en de tandarts, spreek daar met je tandarts over.
- Doe ademhalingsoefeningen of tel tot 500 als de angst je overvalt.
- Als je een ontspannend of kalmerend middel wilt nemen, bespreek dat dan met je tandarts.
Wat kan ik de tandarts vragen om mijn angst te verminderen?
Je kunt de tandarts vragen of:
- hij meer tijd voor je kan uittrekken dan gebruikelijk is.
- hij de eerste keer alleen maar wil kijken of een foto kan maken.
- hij alles van tevoren goed wil uitleggen, zodat je weet wat er gaat gebeuren.
- hij je alle instrumenten wil laten zien en uitleggen waarvoor ze gebruikt kunnen worden.
- hij je tijdens de behandeling precies wil vertellen wat hij gaat doen en hoe lang het nog duurt.
- hij je wil laten meekijken met een spiegeltje (of juist niet!).
- hij wil stoppen met de behandeling zodra jij je hand opsteekt.
- Je je discman kunt meenemen met je favoriete muziek.
- Je iets kunt vasthouden (favoriete knuffeldier, sjaal).
- je andere oplossingen kunt aandragen waardoor je angstgevoelens afnemen.
Hoe zijn de gevolgen van een droge mond te bestrijden?
De gevolgen van een droge mond kunt u, afhankelijk van de oorzaak, op verschillende manieren bestrijden. Overleg met uw tandarts welke behandeling voor u het meest geschikt is. Monddroogheid is te bestrijden door:
Het stimuleren van de speekselafgifte
Uw speekselklieren kunnen tijdelijk niet goed werken of uw speekselafgifte kan geremd zijn door het gebruik van medicijnen. In beide gevallen kunt u de speekselproductie stimuleren. Eet bijvoorbeeld voedsel waarop u goed moet kauwen. Denk aan stevige bruine boterhammen, wortels of suikervrije kauwgom. De afgifte van speeksel kunt u ook versterken door het eten van licht zuur voedsel, zoals fruit of komkommer. Dit werkt vaak niet of onvoldoende bij mensen die reeds langer lijden aan het syndroom van Sjögren of die in het hoofd of de hals zijn bestraald.
Verandering van medicijnen
Is medicijngebruik de oorzaak van uw droge mond? Dan kan uw huisarts of specialist de soort medicijnen, de dosering of het tijdstip van toediening misschien aanpassen.
Het gebruik van speekselvervangers
Het is niet mogelijk de speekselproductie te stimuleren wanneer uw speekselklieren niet meer werken. Als ze nog maar een beetje functioneren, kunt u ze onvoldoende stimuleren. Dan kunt u met behulp van zogenoemde speekselvervangers de gevolgen van een droge mond beperken. Dit zijn speciale vloeistoffen in de vorm van een bevochtigingsgel (Biotène Oral Balance) of een verstuiver (Glandosane, Xialine). Een bevochtigingsgel brengt u op de slijmvliezen aan. Met behulp van een verstuiver kunt u de mondholte met die vloeistof bevochtigen. Het lichtzure Glandosane is voor iemand met eigen tanden en kiezen niet aan te bevelen voor frequent gebruik. Een gel wordt vooral ’s nachts prettig gevonden, een spray is vooral overdag aangenaam. Welk middel u het prettigst vindt, moet u zelf ondervinden. Een mondgel is bij de drogist of apotheek te koop. Een speekselvervanger kan de tandarts voorschrijven en is bij de apotheek verkrijgbaar. Overleg in ieder geval met uw tandarts en begin niet op eigen initiatief aan een middel, ook al is dit bij de drogist of apotheek verkrijgbaar.
Ik heb een droge mond. Moet ik vaker naar de tandarts?
Iemand met een droge mond moet ten minste één keer in de drie maanden de tandarts of mondhygiënist bezoeken. Alleen dan kan beginnende aantasting van uw tanden en kiezen tijdig worden onderkend en verdere aantasting worden voorkómen. Vooral bij ernstige monddroogheid kan deze aantasting zo snel gaan, dat de ontstane schade bij de halfjaarlijkse controle zeer moeilijk of zelfs niet meer te herstellen is.
Welk risico lopen mensen met epilepsie?
Mensen met epilepsie lopen een groot risico op gebitsbeschadiging, omdat ze vaker dan andere mensen onverwacht kunnen vallen en dan ongelukkig terecht kunnen komen. Raakt een tand of kies beschadigd door vallen of stoten, dan kunt u het beste snel naar tandarts gaan. Spoedige behandeling verkleint de kans op problemen. Als een tand of kies door stoten is los gaan staan of geheel of gedeeltelijk is uitgevallen, plaats hem dan direct voorzichtig terug. Ga daarna direct naar de tandarts. Lukt het niet om de tand of kies zelf terug te plaatsen, lik hem dan schoon. Gebruik geen schoonmaakmiddelen. Neem hem mee naar de tandarts in een glas melk of in speeksel. Dit geldt ook voor stukken van een tand die afbreken. Doe de tand nooit in water!
Wanneer moet u uw tandarts raadplegen bij aften?
Raadpleeg uw tandarts als de aften na twee weken niet zijn verdwenen. Vraag ook om advies als u er vaak last van heeft. Informeer uw tandarts als u het idee heeft dat uw aften ontstaan door scherpe randjes aan uw tanden en kiezen of een slecht passend kunstgebit.
Welke behandelingen bij de tandarts zijn er?
Na het onderzoek van de tanden en kiezen en het tandvlees kan het voorkomen dat er een of meer tandheelkundige behandeling nodig zijn. Hieronder vindt u meer informatie over enkele tandheelkundige behandelingen:
- (Witte) vullingen
- Kroon of brug
- Wortelkanaalbehandeling
- Instructie bij ontstoken tandvlees
- Behandeling van verkleuringen
- Partiële prothese
- Overkappingsprothese
- Implantaten
- Facings
Zie ook:
Controle bij uw overkappingsprothese
Het is noodzakelijk dat u éénmaal per halfjaar voor controle naar uw tandarts gaat. De tandarts controleert de wortels, uw kaken en de overkappingsprothese. Bovendien kan hij u begeleiden bij het schoonhouden. Ook kan hij mogelijk kleine mankementen aan de wortels en de overkappingsprothese die u zélf niet direct opmerkt verhelpen.
Witte tanden, ook voor mij?
Laat de tandarts of mondhygiënist eerst je gebit beoordelen. Die moet vaststellen dat je tanden gezond en vrij van gaatjes zijn en je vullingen in orde. Daarna bekijkt hij de kleur van je tanden. Is er sprake van verkleuring? Wat is de oorzaak ervan? Heb je veel vullingen, kronen of bruggen in je mond? Is aanslag de oorzaak van de verkleuring? Is het resultaat dat je voor ogen hebt realistisch? Bleken is niet altijd de enige of beste oplossing. Vullingen, kronen en bruggen kleuren niet mee en kunnen na het bleken op een storende manier zichtbaar worden. Je mondzorgverlener zal adviseren of bleken voor jou zinvol is en wat het resultaat zal zijn.
Wat kan de tandarts tegen gevoelige tandhalzen doen?
De tandarts of mondhygiënist kan alleen samen met u de gevoeligheid aanpakken. Afhankelijk van de oorzaak, zult u uw mondhygiëne moeten verbeteren, uw manier van poetsen moeten aanpassen of uw voedingspatroon moeten veranderen. De tandarts kan een lak aanbrengen met extra fluoride. Deze behandeling werkt tijdelijk. Bij ernstige klachten kan de tandarts de blootliggende halzen voorzien van een vulmiddel, bijvoorbeeld composiet. Het aanbrengen hiervan moet zeer nauwkeurig gebeuren. De behandeling is vaak niet pijnloos en gebeurt daarom vaak met een plaatselijke verdoving. De tandarts moet de tand of kies droogblazen en een koude vloeistof aanbrengen.
Nuttige tips voor mondverzorging
Tandenpoetsen, iedere dag twee keer
Tandenpoetsen vormt de basis voor een goede mondhygiëne. Het is een secuur werkje en zeker niet eenvoudig. Poets daarom tweemaal per dag je tanden zorgvuldig en niet te krachtig. Een goede poetsbeurt duurt twee minuten. Dus neem je tijd!
Ook tussen je tanden
Met een tandenborstel alleen kun je de ruimten tussen je tanden en kiezen niet altijd goed schoonmaken. Het maakt hierbij niet uit of je een handtandenborstel of een elektrische tandenborstel gebruikt. Met geen enkele tandenborstel kom je er goed tussen. Je tandarts of mondhygiënist kan je adviseren de ruimten tussen je tanden en kiezen eenmaal per dag te reinigen met ragers, flossdraad of tandenstokers. Vraag je behandelaar welk hulpmiddel het beste bij je past en hoe je het moet gebruiken.
Kies een goede tandenborstel
Kies een zachte borstel met een kleine borstelkop. Vervang de tandenborstel elke drie maanden of eerder als de haarbosjes uit elkaar gaan staan. Effectief tandenpoetsen kan ook met behulp van een elektrische tandenborstel. Deze maakt de juiste poetsbeweging. Zo kun je je beter concentreren op het plaatsen van de borstelkop in je mond. Ook hier geldt: een nieuwe opzetborstel verwijdert meer tandplak dan een borstel die aan vervanging toe is.
Gebruik fluoridetandpasta
Fluoride maakt tandglazuur sterker en minder goed oplosbaar in zuur. Gebruik daarom tweemaal per dag fluoridetandpasta met 1.000 – 1.500 ppm*) fluoride (zie verpakking).
Eet of drink maximaal zeven keer per dag
In frisdrank, vruchten(sap), yoghurtdrank en wijn zitten behalve suikers ook zuren. Het zuur proef je nauwelijks. De suiker overheerst de zure smaak. Zuren tasten je tandglazuur aan. Daardoor slijt je gebit. Deze vorm van slijtage heet tanderosie. Tanderosie is een sluipend proces dat niet gemakkelijk te herstellen is. Het gaat niet alleen om hoevéél zure producten je eet of drinkt. Hoe vaker je dat doet en hoe langer je zure producten in je mond houdt, hoe groter de kans op tanderosie is. Ook de manier waarop je eet of drinkt is van invloed. Kies daarom voor drie hoofdmaaltijden per dag en neem maximaal vier keer per dag iets tussendoor. Je gebit krijgt zo voldoende kans om zich te herstellen.
Neem maximaal twee keer zuur fruit per dag en drink frisdrank en andere zure dranken met mate. Water, koffie en gewone thee zonder suiker zijn niet schadelijk voor je gebit.
Gebruik geen zure producten één uur voor het tandenpoetsen
Het zuur tast namelijk het tandglazuur aan. De borstel en de tandpasta hebben een schurende werking. Als je direct na het eten of drinken van zuur je tanden poetst, kun je het tandglazuur gemakkelijk wegpoetsen. Dan slijt je gebit dus nog sneller.
Suikervrije kauwgom beschermt je gebit
Wist je dat speeksel je gebit beschermt tegen tanderosie? Speeksel neutraliseert namelijk de zuren uit voedsel en dranken. Als je kauwgom kauwt, activeer je de productie van speeksel. Kies voor een suikervrije kauwgom. Xylitol is een natuurlijke zoetstof. Xylifresh kauwgom met 100% xylitol helpt tandplak voorkomen en wordt aanbevolen door het Ivoren Kruis.
Bezoek je tandarts
Ga tweemaal per jaar naar de tandarts of mondhygiënist. Dan wordt je gebit goed gecontroleerd en krijg je begeleiding je mond gezond te houden.
*) = parts per million
Met je piercing naar de tandarts
Laat je mondzorgverlener weten dat je een mondpiercing draagt. Laat controleren of je piercing invloed heeft op je gebit en mondgezondheid. In geval van een verdoving in de onderkaak kan de behandelaar vragen je piercing weg te halen. Naar het ziekenhuis? Zorg dan dat je je mondpiercing(s) verwijdert als er röntgenfoto’s van je hoofd-halsgebied worden gemaakt.
Verzorging van het gebit bij mensen met een verstandelijke beperking
Iedereen is gebaat bij een gezonde mond. Met een gezonde mond kun je goed eten en drinken. Ook ziet een frisse mond er mooi uit. Mensen met een verstandelijke beperking hebben meer kans op problemen in de mond. De motoriek is vaak zwak of helemaal beperkt. In de mond uit dat zich bijvoorbeeld in slappe lip-, tong- en wangspieren. Maar ook een afwijkende tandstand, spierspanningen, gebitsbeschadiging door vallen of stoten (epilepsie) of voeding kunnen moeilijkheden in de mond geven. Met een goede mondverzorging houdt u de tanden en het tandvlees van uw kind of cliënt gezond. Bij verschillende leeftijden horen andere mondproblemen. Of u nu bij een kind of bij een volwassene met een verstandelijke beperking het gebit poetst, u zult in meer of mindere mate tegen dilemma’s aanlopen. Hier leest u de meest voorkomen- de problemen en geeft oplossingen voor een goede mondverzorging.
Tandplak en gaatjes
Tandplak is een wit-gelig laagje dat je moeilijk kunt zien. Het ontstaat op én tussen de tanden en kiezen en op de overgang naar het tandvlees. In tandplak zitten bacteriën. Die bacteriën zetten koolhydraten, zoals suiker en zetmeel uit voeding en dranken, in de mond om in zuren. Die zuren veroorzaken gaatjes (cariës) in het gebit.
Tandplak en ontstoken tandvlees
Gezond tandvlees is roze, ligt strak om de tanden en kiezen heen en bloedt niet als de tanden gepoetst worden. Rood, gezwollen of bloedend tandvlees duidt meestal op ontstoken tandvlees. Als u de tandplak op en tussen de tanden niet goed verwijdert, zorgen de bacteriën in de tandplak ervoor dat het tandvlees ontstoken raakt. Niet verwijderde tandplak kan hard worden en verkalken tot tandsteen. Aan tandsteen hecht zich makkelijk weer nieuwe tandplak. Zo raakt het tandvlees steeds meer ontstoken. De ontsteking kan zelfs het daaronder gelegen kaakbot aantasten. Ernstige tandvleesproblemen kunnen leiden tot het verlies van tanden en kiezen.
Gaatjes en tandvleesontstekingen zijn infectieziekten met zowel gevolgen voor de mondgezondheid als de algemene gezondheid.
Hoe haalt u de tandplak weg?
Tandenpoetsen is de basis van een goede mondhygiëne. Het is een secuur werkje en zeker niet eenvoudig. Voor uw kind of cliënt zelf is tandenpoetsen waarschijnlijk te moeilijk. Daarvoor is uw hulp nodig. Maar veel kinderen of cliënten wenden nogal eens hun hoofd af of duwen de borstel weg met hun tong. Ze bijten bijvoorbeeld op de borstel, kokhalzen, hebben strakke wangen, lippen en tong, klemmen de kaken op elkaar, hebben ernstig bloedend tandvlees en pijnreacties of bieden op een andere manier verzet. Een goede houding en de juiste hulpmiddelen maken het tandenpoetsen bij uw kind of cliënt makkelijker. Poets de tanden tweemaal per dag zorgvuldig en niet te krachtig. Gebruik hiervoor de poetsinstructie. Een goede poetsbeurt duurt twee minuten. Dus neem de tijd! Kies zelf een moment op de dag dat u aandacht aan mondverzorging bij uw kind of cliënt kunt besteden, bij voorkeur ’s ochtends na het ontbijt en ‘s avonds voor het slapen.
Het Ivoren Kruis adviseert tweemaal per dag de tanden twee minuten te poetsen, maar realiseert zich dat dit in niet alle situaties haalbaar is. Eén keer per dag de tanden zorgvuldig poetsen is beter dan twee keer per dag ‘half. Vraag andere tips en adviezen om de tanden van uw kind of cliënt te poetsen aan uw tandarts of mondhygiënist.
Kies een goede tandenborstel
Kies voor een elektrische tandenborstel met een kleine borstelkop. Elektrische tandenborstels verwijderen bij een juist gebruik meer tandplak dan handtandenborstels. Aan poetsen met een elektrische tandenborstel moet uw kind of cliënt beslist wennen. Neem daar twee weken de tijd voor. Lukt het ook na die periode niet om elektrisch te poetsen? Kies dan voor een handtandenborstel met zachte haren en een kleine borstelkop. Ook kunnen de tanden van volwassenen met een kinderborstel worden gepoetst, als daarmee weerstand bij uw volwassen kindof cliënt wordt verminderd. Voor alle borstels geldt: vervang de tandenborstel elke drie maanden of als de haarbosjes uit elkaar gaan staan.
Gebruik fluoridetandpasta
Fluoride maakt tandglazuur sterker en minder goed oplosbaar in zuur. Gebruik daarom een tandpasta met fluoride. U kunt met fluoridetandpasta poetsen ook als uw kind of cliënt na het poetsen niet kan spoelen. Het inslikken van een klein beetje tandpasta is niet erg. Soms kan het nuttig zijn zonder tandpasta te poetsen. Smeer dan na de poetsbeurt met uw vinger wat fluoridetandpasta op de tanden. Zo brengt u toch fluoride op de tanden aan.
Het fluoride-basisadvies luidt:
- 0 en 1 jaar, vanaf het doorbreken van de eerste tandjes: éénmaal per dag poetsen met fluoridepeutertandpasta
- 2, 3 en 4 jaar: tweemaal per dag poetsen met fluoridepeutertandpasta
- 5 jaar en ouder: tweemaal per dag poetsen met fluoridetandpasta
- Voor alle leeftijden: alle andere vormen van fluoridegebruik in overleg met tandarts of mondhygiënist
Mogelijk zal uw tandarts of mondhygiënist het gebruik van extra fluoride voor uw kind of cliënt adviseren.
Gebruik een tandenstoker of rager tussen de tanden
Met een tandenborstel alleen kunt u de ruimten tussen de tanden en kiezen niet goed schoonmaken. Dat geldt zowel voor een handtandenborstel als een elektrische tandenborstel. Gebruik daarom voor de tussenruimten een tandenstoker of een rager. Een goede tandenstoker is van hout, driehoekig van vorm met een platte kant en loopt toe in een punt. Ze kunnen verschillen van dikte. Bij grotere tussenruimten kunt u dikkere stokers gebruiken. Bij smallere tussenruimten kiest u een dunnere variant. Ook ragers zijn er in allerlei vormen en maten. Gebruik een tandenstoker of rager zo mogelijk eenmaal per dag. Kies zelf een geschikt moment, bijvoorbeeld in de middag als het iets rustiger is. Vraag uw tandarts of mondhygiënist welke tandenstoker of rager u het beste bij uw kind of cliënt kunt gebruiken en vraag om een instructie. Zie ook de instructie in deze brochure.
En als poetsen niet lukt?
Soms is het niet mogelijk een tandenborstel te gebruiken. Een gaasje of een vingertandenborstel met fluoridetandpasta kunnen praktische vervangers zijn. Als ook deze vorm van tandenpoetsen niet mogelijk is, kan een spoelmiddel of mondspray op basis van chloorhexidine uitkomst bieden. Deze stof vermindert de werking van schadelijke bacteriën in de tandplak. Overleg voor het gebruik altijd eerst met uw tandarts of mondhygiënist en vraag om een instructie. De tanden kunnen namelijk verkleuren door het gebruik van een middel met chloorhexidine.
Naar de tandarts of mondhygiënist
Ga met uw kind of cliënt minimaal tweemaal per jaar naar de tandarts of mondhygiënist. Het gebit wordt dan goed gecontroleerd en u krijgt begeleiding de mond gezond te houden. Ingrijpende behandelingen kunnen zo worden voorkomen. Is er sprake van pijn? Stel een bezoek niet langer uit en maak een afspraak. De tandarts of mondhygiënist kan ook aangeven dat hij de frequentie van het bezoek voor uw kind of cliënt wil verhogen. Niet alle tandartsen zijn ervaren in het behandelen van mensen met een beperking. Zij zullen bijvoorbeeld naar een collega verwijzen of naar een Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde. Via de Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten (VBTGG) en het Centraal Overleg Bijzondere Tandheelkunde (Cobijt) kunt u in contact komen met een dergelijk centrum. U heeft van uw huistandarts een verwijsbrief nodig
Eerste tandje? Naar de tandarts!
Neem je kind als het eerste tandje doorbreekt mee naar de mondzorgpraktijk. Als je zelf voor controle gaat bijvoorbeeld. De tandarts of mondhygiënist legt uit hoe je het kindergebit het beste kunt verzorgen. Ook leer je al vroeg de juiste voedings- en poetsgewoonten voor je kind. Als je kind op jonge leeftijd in de mondzorgpraktijk komt, krijg het voldoende gelegenheid te wennen en raakt het vertrouwd met de omgeving en de medewerkers. Je behandelaar geeft aan wanneer je kind weer in de praktijk moet terugkomen.
Het melkgebit
In de kleine mond van een kind passen geen volwassen tanden. Daarom krijg je eerst het melkgebit. Het melkgebit is belangrijk om te bijten, kauwen, spreken en slikken. Het melkgebit beïnvloedt de ontwikkeling van het gezicht en de kaken. Bovendien speelt het een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het blijvend gebit. Een kind wisselt zijn melkgebit vanzelf voor het blijvend gebit. Je zou kunnen denken dat het daarom niet belangrijk is het melkgebit goed te verzorgen. Niets is minder waar. Een slechte verzorging kan gaatjes en tandvleesontsteking veroorzaken. Dit kan pijn doen, waardoor je kind slechter eet, zich niet lekker voelt of minder goed slaapt. Een slechte verzorging van het melkgebit kan ook het blijvend gebit beïnvloeden. Dat gebeurt bijvoorbeeld als melktanden of -kiezen voortijdig verloren zijn gegaan. Dan is er vaak te weinig ruimte voor het blijvend gebit.
Wanneer krijgen kinderen hun melktanden en -kiezen?
De leeftijd waarop kinderen hun tanden krijgen verschilt per kind. Doorgaans breekt de eerste melktand door tussen de 6 en 9 maanden. De eerste 2 melktanden komen aan de onderkant in het midden tevoorschijn. Daarna volgen de 2 middelste snijtanden aan de bovenkant. De laatste melkkies verschijnt in de regel tussen de 24 en 30 maanden. Een volledig melkgebit bestaat uit 12 tanden en 8 kiezen. Zowel de tanden van het melkgebit als die van het blijvend gebit breken meestal volgens een bepaalde volgorde door (zie tekening).
Duim of speen?
Zuigen is een natuurlijke, instinctmatige behoefte van een baby. Kinderen zuigen graag op hun duim of speen. Meestal levert dit geen problemen op voor het melkgebit. Als de blijvende snijtanden doorbreken, kan het zuigen de boventanden en de kaak naar voren duwen. Duimt je baby? Geef dan liever een dental speen. Een kind stopt zijn duim sneller en vaker in de mond. Een speen kun je makkelijk weghalen. Daarom is speenzuigen meestal ook makkelijker af te leren. Leer sowieso het duim- of speenzuigen zo vroeg mogelijk af, maar in ieder geval vóór het doorbreken van het blijvend gebit.
Eerste tandje? Poetsen!
Begin direct met tandenpoetsen zodra het eerste tandje doorbreekt. Dat is meestal in de onderkaak. Poets de tanden 1x per dag met een beetje fluoridepeutertandpasta. Poets bij
kinderen vanaf 2 jaar 2x per dag de tanden met fluoridepeutertandpasta. Poets ook
zachtjes de overgang naar het tandvlees.
Stap vanaf 5 jaar over op fluoridetandpasta voor volwassenen. In tandpasta voor volwassenen zit meer fluoride. Je kunt ook tandpasta gebruiken waarop staat ‘kinder’ of ‘junior’. Kijk dan naar de leeftijd die hierbij wordt aangegeven (bijvoorbeeld 5-12 jaar).
Eerste tandje? Naar de tandarts!
Neem je kind, nadat het eerste tandje doorbreekt, mee naar de mondzorgpraktijk. Bijvoorbeeld als je zelf voor controle gaat. Ga je zelf niet naar de tandarts? Ga dan wel met je kind. Behandelingen en controles zijn voor kinderen tot en met 17 jaar kosteloos zonder eigen risico of een eigen bijdrage.
Twee manieren van inbrengen
Vaak is het implantaat na plaatsen zichtbaar in de mond; het steekt door het tandvlees heen. Het voordeel daarvan is dat de tandarts voor het aanbrengen van de kroon, de brug of de overkappingsprothese het tandvlees niet meer hoeft open te maken. Het kan ook zijn dat het implantaat na plaatsen met tandvlees wordt overhecht en dus niet direct zichtbaar is in de mond. Deze aanpak kan soms nodig zijn om het implantaat goed te laten ingroeien in het kaakbot en het vermindert de kans op infectie. Voor het aanbrengen van de kroon, brug of prothese moet het tandvlees in dat geval wel opnieuw worden opengemaakt. Uw behandelaar beoordeelt welke aanpak in uw situatie de beste is.
Wie plaatst de implantaten en plaats de prothetische voorziening?
Implantaten kunnen door een tandarts die zich in de implantologie heeft bekwaamd, een tandarts-implantoloog of een kaakchirurg worden aangebracht. De kroon of brug op de implantaten wordt door een tandarts(-implantoloog) gemaakt in samenwerking met een tandtechnisch laboratorium. In geval van een overkappinsprothese op de implantaten kan de behandelaar een tandarts of tandprotheticus zijn. Deze laatste is geen tandarts, maar iemand die specifiek is opgeleid om gebitsprothesen te maken.
Hoe kan ik het gebit van mijn kind goed poetsen?
Om tandbederf en ontstoken tandvlees bij je kind te voorkomen, is het belangrijk dat je de tanden van je kind goed poetst. Denk daarbij aan het volgende:
- Poets de tanden 1x per dag zodra het eerste tandje is doorgebroken met fluoridepeutertandpasta.
- Gebruik een peutertandenborstel met zachte haren. De kleine borstel komt gemakkelijk bij alle tanden en kiezen. Druk niet te hard.
- Bij kinderen tot 2 jaar is het voldoende als je de tanden 1x per dag poetst. Poets de tanden van kinderen vanaf 2 jaar 2x per dag.
- Poets in een vaste volgorde volgens de 3 B’s: Binnenkant, Buitenkant, Bovenkant. Poets altijd de rand van het tandvlees mee. Via de schrobmethode poets je het kindergebit eenvoudig en efficiënt. Maak korte horizontale overlappende bewegingen. Je kunt ook een elektrische tandenborstel voor kinderen gebruiken.
- Maak je kind op speelse wijze met tandenpoetsen vertrouwd. Maak er een dagelijks herkenbaar ritueel van. Beschouw het begin als een gewenningsfase. In die periode is het aanbrengen van fluoride met de tandpasta belangrijker dan dat je overal met de borstel komt.
- Poets de puntjes van de nieuwe tanden die doorbreken meteen mee. Dat geldt zowel voor het melkgebit als voor het blijvend gebit. Het glazuur van net doorgebroken tanden en kiezen is nog niet sterk. Ze zijn dus extra gevoelig voor het krijgen van gaatjes.
- De eerste blijvende kies breekt achter de laatste melkkies door. Omdat deze lager staat, is hij lastig te zien. Poets deze nieuwe kies óók goed. Zet de borstel daar dwars op de tandenrij. Stimuleer kinderen vanaf 2 jaar om ook zelf hun tanden te poetsen. Daarmee wordt het een gewoonte. Poets wel de tanden dagelijks na, want je zoon of dochter kan het zelf nog niet goed genoeg. Blijf je kind napoetsen totdat het 10 jaar oud is. Zorg ervoor dat je goed zicht in de mond hebt en er voldoende steun is voor het hoofd van je kind als je (na)poetst. Probeer uit welke poetshouding voor jou het prettigst is. Ga bijvoorbeeld schuin achter je kind staan. Als je met je hand de kin ondersteunt, rust het hoofd tegen je bovenlichaam. Buig een beetje over je kind heen, zodat je goed ziet waar je poetst. Of ga voor je kind staan en laat het met het hoofd bijvoorbeeld tegen de muur rusten. Ondersteun de kin met je ene hand, terwijl je met de andere poetst. Op deze manier kun je goed zien waar je poetst.
- Neem je kind als het eerste tandje doorbreekt mee naar de tandarts of mondhygiënist. Dan heeft het voldoende tijd om te wennen aan de omgeving en aan de mensen die er werken.
Wat te doen bij een ongeval?
Door een ongeval kan een tand uitvallen of beschadigen. Neem in zulke situaties direct contact op met je tandarts. Zoek zo snel mogelijk alle losse stukjes of de complete tand op en ga ermee naar de tandarts. Plaats een uitgevallen melktand nóóit terug. Daarmee kun je de nieuwe blijvende tand beschadigen. Houd een uitgevallen tand of een afgebroken stuk tand vochtig, het liefst met melk. Spoel de tand bij voorkeur niet af onder de kraan. Geen melk binnen bereik? Bewaar de tand of het tanddeel dan los in de mond van de ouder/verzorger, bij voorkeur in de ruimte tussen de kiezen en de wang.
Zie voor meer informatie: tandletsel
Wat kan de tandarts aan slijtage van het gebit doen?
Uw gevoelige tanden kunnen het gevolg zijn van blootliggende tandhalzen. Als uw maatregelen tegen slijtage niet helpen, kan uw tandarts een laklaagje aanbrengen. Maar in de meeste gevallen is een behandeling door de tandarts niet nodig.
De tand is afgebroken. Wat nu?
Ga met de afgebroken tand direct naar de tandarts. Houd daarbij het tanddeel nat! De tandarts bekijkt of hij het afgebroken stuk kan terugplaatsen. Als terugplaatsing niet mogelijk is, herstelt de tandarts de tand met tandkleurig materiaal (composiet). Als er geen klachten zijn, doet de tandarts aan een afgebroken melktand doorgaans niets. Eventueel slijpt hij de scherpe rand van de tand glad, zodat uw kind de tong niet beschadigt.
Wanneer is er sprake van tandletsel?
Als een tand afbreekt, los staat of uit de mond is, is er sprake van tandletsel. Ga direct met de beschadigde tand of het stukje tand naar de tandarts.
De tand is afgebroken. Wat nu?
Ga met de afgebroken tand direct naar de tandarts. Houd daarbij het tanddeel nat! De tandarts bekijkt of hij het afgebroken stuk kan terugplaatsen. Als terugplaatsing niet mogelijk is, herstelt de tandarts de tand met tandkleurig materiaal (composiet). Als er geen klachten zijn, doet de tandarts aan een afgebroken melktand doorgaans niets. Eventueel slijpt hij de scherpe rand van de tand glad, zodat uw kind de tong niet beschadigt.
De tand staat los. Wat nu?
Niet aankomen of terugduwen. Ga direct naar de tandarts.
Een volwassen tand is er uit. Wat nu?
Plaats de tand van een blijvend gebit terug in de mond. Hoe sneller u dat doet, hoe groter de kans op succes is. Handel als volgt:
1. Zoek de tand snel op.
2. Pak de tand bij de kroon vast. De kroon is het deel van de tand dat boven het tandvlees zichtbaar is. Vermijd contact met de wortel van de tand. Dat maakt de kans op een succesvolle terugplaatsing kleiner.
3. Spoel de tand af met melk. Geen melk binnen bereik? Laat de patiënt de tand dan schoonlikken of -zuigen. Reinig de tand nóóit met water of reinigingsmiddelen en gebruik evenmin een borsteltje. Dat maakt de kans op een succesvolle terugplaatsing kleiner. Bovendien kan de tand door afspoelen onder de kraan in de afvoer verdwijnen.
4. Is de tand schoon? Plaats hem dan terug.
5. Houd vervolgens de tanden op elkaar met ertussen een papieren zakdoekje of een gaasje. Zo blijft de tand het beste op zijn plaats.
6. Ga direct naar de tandarts. Die zal de teruggeplaatste tand controleren en vastzetten (spalken).
Let op: plaats een uitgevallen melktand nóóit terug. Daarmee kunt u de nieuwe blijvende tand beschadigen.
Ik krijg de tand niet teruggezet. Wat moet ik doen?
Leg de tand in de melk. Geen melk binnen bereik? Bewaar de tand dan los in de mond, bij voorkeur in de ruimte tussen de kiezen en de wang. Als de tand langer dan een halfuur droog is geweest, kan hij nauwelijks met succes worden teruggezet. Bewaar de tand dus nooit in een zakdoek of doosje op weg naar de tandarts.
Kan ik gebitsletsel voorkomen?
Gebitsletsel kunt u soms voorkomen. Tijdens het sporten kunt u bijvoorbeeld een gebitsbeschermer dragen. Die biedt geen garantie, maar kan de eventuele schade bij een ongeluk beperken. Er bestaan verschillende soorten beschermers. Kant-en-klare zijn te koop in sportwinkels. Deze passen vaak niet goed en beschermen daarom onvoldoende. Het beste werkt de gebitsbeschermer die precies op maat is gemaakt door uw tandarts.
Hoe ziet een goede tandenstoker er uit?
De tussenruimten tussen de tanden en kiezen zijn bij de meeste volwassenen geschikt voor het gebruik van tandenstokers. Een goede tandenstoker is van hout, driehoekig van vorm met een platte kant en loopt toe in een punt. Ze kunnen verschillen in dikte. Bij grotere tussenruimten kunt u dikkere stokers gebruiken. Bij smallere tussenruimten kiest u een dunne variant. Overleg met uw tandarts of mondhygiënist over het formaat. Ronde tandenstokers bestaan overigens niet, dat zijn cocktailprikkers. Die zijn niet bedoeld om uw tanden mee schoon te maken. U haalt er etensresten mee weg na een maaltijd. Om tandplak te verwijderen gebruikt u driehoekige houten tandenstokers. Na eenmalig gebruik gooit u de tandenstoker weg.
In het begin is het gebruik van tandenstokers soms moeilijk en pijnlijk. Het tandvlees gaat dan gemakkelijk bloeden omdat het nog ontstoken is. Wanneer u dagelijks tandenstokers gebruikt, verdwijnt de ontsteking en dus ook het bloeden. Bovendien wordt het gebruik minder pijnlijk. Bloedend tandvlees kan ook het gevolg zijn van een verkeerde techniek. Wordt het bloeden niet minder of juist erger? Ga dan naar uw tandarts of mondhygiënist.
Welke soorten ragers zijn er?
Ragers zijn er in verschillende soorten en dikten. Sommige ragers hebben een lange spiraalborstel, andere hebben een kort borsteltje dat in een handvat of houder wordt vastgezet. Overleg met uw tandarts of mondhygiënist welke rager u het beste kunt gebruiken.
In het begin is het gebruik van ragers soms moeilijk en pijnlijk. Het tandvlees gaat dan gemakkelijk bloeden omdat het nog ontstoken is. Als u de rager dagelijks gebruikt, verdwijnt de ontsteking en dus ook het bloeden. Bovendien wordt het gebruik minder pijnlijk. Bloedend tandvlees kan ook het gevolg zijn van een verkeerde techniek. Wordt het bloeden niet minder of juist erger? Ga dan naar uw tandarts of mondhygiënist.
Naar wie ga je toe voor een beugel?
Een orthodontist is een tandarts die is gespecialiseerd in beugelbehandelingen. Sommige tandartsen kunnen dit ook zelf. Voordat je een beugel krijgt wordt eerst een onderzoek gedaan. Nadat in je mond is gekeken worden gewone foto’s en röntgenfoto’s van je gezicht en van je gebit gemaakt. Er worden afdrukken van je gebit gemaakt met een soort klei dat naar pepermunt smaakt. Ook kan het zo zijn dat je niet hoeft te happen, maar dat de orthodontist of tandarts jouw tanden en kiezen scant. Daarna wordt precies bekeken wat er aan de hand is. Samen met jou en je ouders wordt daarna besproken wat er aan je gebit veranderd kan worden en met welke beugels dat kan.
Hoe vaak moet je terugkomen voor je beugel?
Meestal moet je om de vijf of zes weken terugkomen om je beugel te laten bijstellen. In het begin duren deze bezoeken ongeveer een half uur. Later worden ze steeds korter. Je kunt niet altijd na schooltijd terecht. Misschien zul je daarvoor weleens een uurtje van school missen.
Controle door uw behandelaar is belangrijk
Om pijn te voorkomen en om loszitten van uw kunstgebit tijdig te kunnen constateren, is het aan te raden minstens één keer per twee jaar naar de behandelaar voor controle te gaan. Ga ook als u geen klachten heeft. Het slinken van uw kaken gaat heel ongemerkt. Het zal u in eerste instantie dus niet opvallen. Uw behandelaar kan uw kunstgebit weer goed passend maken. Of hij kan u op tijd aanraden een nieuwe te nemen, want ook een kunstgebit kan verslijten. De behandelaar controleert bovendien of uw mond nog goed gezond is. Vooral mensen met een slecht passend kunstgebit of mensen die hun kunstgebit al jarenlang dragen, kunnen vervelende mondafwijkingen krijgen.
Hoe verloopt de behandeling met implantaten?
Voordat de implantaten worden geplaatst, krijgt u een plaatselijke verdoving. Vervolgens wordt het tandvlees op de plek waar het implantaat moet komen losgemaakt zodat het kaakbot zichtbaar wordt. Dan wordt een gaatje in het kaakbot geboord. Daarin wordt het implantaat geschroefd. Vervolgens wordt het tandvlees gehecht. Als u meer dan één implantaat nodig heeft, worden deze vrijwel altijd tijdens hetzelfde behandelbezoek ingebracht.
- Plaats waar het implantaat komt.
- Het tandvlees wordt losgemaakt.
- Er wordt een gaat in het bot geboord.
- Het implantaat wordt aangebracht.
- Het tandvlees wordt gehecht.